Monique van Laake 1962 fotograaf,
maakt haar werk met de Nikon
of Leica wat een bijzondere kleurbalans
geeft in de opname.
Haar gevoel voor beeld en compositie is
bijzonder en geeft veel inspiratie.
Teun Anders 1956 beeldend kunstenaar,
is oa gefascineerd door de mogelijkheden
van de digitale fotografie. Een foto wordt opeens een
palet met kleurvlakjes.
Kleurvlakjes die je anders kan organiseren waardoor
er nieuw beeld ontstaat.
Monique fotografeert zijn werk en Teun geeft daar
vervolgens weer nieuwe betekenis aan.
De beide kunstenaars werken samen in verschillende projecten onder de naam Moet (Mo = Monique eT = Teun)
Teun Anders is buiten aan het werk. Naast zijn huis, bovenop een duin in de buurt van Haarlem, bouwt hij een schutting van hakblokken. ‘De onregelmatig gevormde blokken sluiten natuurlijk niet goed op elkaar aan, waardoor de diertjes in de tussenruimtes mooie schuilplaatsen kunnen maken.’
Je zou misschien kunnen spreken van oneigenlijk gebruik van materiaal, maar zoiets komt in het woordenboek van Anders niet voor. Hij is juist gevoelig voor de vele mogelijkheden van materialen. Er staat bij hem geen rem op mogelijke toepassingen. Een rondgang door zijn tuin en huis leert dat hij voortdurend gespitst is op verrassende combinaties in zijn kunst: steen en metaal, steen en verf, hout en riet, in beschilderde panelen verwerkte keien, oud roest en takken, klei… Alles ademt onderzoek en experiment.
‘Een kunstenaar is altijd bezig om zichzelf te verrassen’, zegt Anders. ‘Ik ben altijd op zoek, probeer van alles uit, loop voortdurend te rotzooien met allerlei materialen. Alles is bruikbaar.’ Zijn atelier getuigt daarvan.
Op vijf ezels werkt hij aan vijf verschillende schilderijen tegelijk, op verschillende tafels liggen schetsen, gereedschappen en allerlei troepjes die erop wachten ergens in verwerkt te worden. Een schuurmachine gebruikt hij om te tekenen. Eerst schildert hij een paneel wit en dan zet hij daar een laag zwart overheen. ‘Daar schuur ik dan figuren in. Waarom niet? Het kan en dus doe ik het.’ Op de grond ligt ook van alles, je kunt je in het atelier alleen maar knieheffend voortbewegen. Een typische kunstenaarsomgeving.
Maar een verdieping lager ziet het er heel anders uit. Het is er opgeruimd, nagenoeg stofvrij, er zijn twee ergonomische werkplekken ingericht, met elk twee grote, gekoppelde computerschermen. Geen atelier, eerder een studio. Hier wordt gewerkt aan een heel ander soort kunst.
Nieuw totaalbeeld
Hij werkt vanuit huis aan een omvangrijk en divers kunstenaarsoeuvre. Ruim twee jaar geleden ontdekte hij een voor hem geheel nieuwe kunstrichting.
‘Met behulp van digitale technieken breng ik nu alles samen wat ik ooit gedaan heb. Tekenwerk, aquarellen, olieverven, sculpturen, keramiek… Ik kan ze nu op het scherm eindeloos combineren tot een nieuw totaalbeeld. Het zijn voor mij nieuwe toepassingen op het vertrouwde terrein van creatieve programmatuur. Voor het eerst word ik als kunstenaar nu eens niet gehinderd door de techniek en ook niet door de beperkingen die alledaagse materialen als verf en klei nu eenmaal hebben.’
Binnen dit nieuwe werkgebied volgt hij samen met zijn partner Monique van Laake een apart spoor. Zij fotografeert en hij gebruikt haar foto’s – meestal details daarvan – en combineert die met eigen werk.
‘Mo kijkt altijd goed om zich heen. Als ze iets ziet dat de moeite waard is – een diertje, een gevlekte oude muur, een blad dat tegen een natte ruit gewaaid is – dan maakt ze daar een foto van. Ze kijkt daarbij als het ware ook met mijn ogen, zo van: misschien kan Teun hier iets mee. En ze struint ook vaak rond in mijn atelier en maakt dan foto’s van mijn werk.’
Het heeft geleid tot vele tientallen werken met een geheel eigen signatuur. Reden voor beiden om zich hiermee te profileren als het kunstenaarsduo MOET. De werken zijn vooral zo herkenbaar, doordat Anders de foto’s van Mo plaatst binnen door hem getekende silhouetsjablonen van gezichten. Portretten, maskers, het menselijk gelaat, het zijn motieven die door de jaren heen een belangrijke rol spelen in zijn werk. ‘Het menselijk gezicht heeft mij mijn hele leven gefascineerd. Alle emoties zijn te herleiden tot dat vlak van 24 bij 18 cm.’
Mooie plekjes
Anders laat op zijn schermen zien hoe het werk van MOET tot stand komt. Een kwestie van het samenvoegen van twee eenheden: het ‘voorgeprogrammeerde’ silhouet en de foto. Maar dat klinkt eenvoudiger dan het is. De kunst zit ’m in het vinden van de ‘mooie plekjes’.
‘In de kunst gaat het altijd om mooie plekjes. Alle schilders, van Willem de Kooning tot Giorgio Morandi, hebben ze in hun werk. En ik zoek er ook al mijn hele leven naar. Het is een van de belangrijkste maar ook frustrerendste aspecten van het kunstenaarsbestaan. Als het gelukt is om een mooi plekje te schilderen, wil je dat natuurlijk bewaren. Het is een ramp als je op dat moment nog een heel stuk van dat schilderij moet afmaken. Dan blijf je bij dat plekje uit de buurt, je werkt trager en trager, je gaat als het ware om jezelf heen schilderen, alles om dat plekje maar niet te verpesten. En dat gaat vroeg of laat geheid mis. Dan denk je op zeker moment “kolere” en schilder je met een grote kwast over alles heen en begint het hele proces weer van voren af aan. Maar dat “plekjesconcept” is wel precies waar het in het werk van MOET om draait.’
Anders zoekt het mooie plekje in de foto’s van Mo. Dat kan een kleurencombinatie zijn, de onscherpte van het beeld, noem maar op.
‘Een fascinerend proces is dat. Ik importeer de foto, plaats hem bij mijn silhouet en ga dan schuiven, vergroten, verkleinen, roteren. En dan opeens krijgt een fotofragment betekenis door het silhouet eromheen. Dat is dan de vondst. Het is helemaal apart als ik aan de slag ben met foto’s van mijn eigen werk. Door het in een andere context te plaatsen, krijgt het nog een extra betekenislaag: mijn werk blijkt dan mooie plekjes te hebben waar ik ze eerst niet gezien had. Dus als je zou willen karakteriseren waar ik nu mee bezig ben: ik maak kunst met de gereedschappen van de ontwerper die ik vroeger was. De pixel is nu mijn palet. De vrijheid die ik daarmee heb, is maximaal. Het levert mij meer verrassingen op dan bv. schilderen.’
Dirk van Ginkel
maakt haar werk met de Nikon
of Leica wat een bijzondere kleurbalans
geeft in de opname.
Haar gevoel voor beeld en compositie is
bijzonder en geeft veel inspiratie.
Teun Anders 1956 beeldend kunstenaar,
is oa gefascineerd door de mogelijkheden
van de digitale fotografie. Een foto wordt opeens een
palet met kleurvlakjes.
Kleurvlakjes die je anders kan organiseren waardoor
er nieuw beeld ontstaat.
Monique fotografeert zijn werk en Teun geeft daar
vervolgens weer nieuwe betekenis aan.
De beide kunstenaars werken samen in verschillende projecten onder de naam Moet (Mo = Monique eT = Teun)
Teun Anders is buiten aan het werk. Naast zijn huis, bovenop een duin in de buurt van Haarlem, bouwt hij een schutting van hakblokken. ‘De onregelmatig gevormde blokken sluiten natuurlijk niet goed op elkaar aan, waardoor de diertjes in de tussenruimtes mooie schuilplaatsen kunnen maken.’
Je zou misschien kunnen spreken van oneigenlijk gebruik van materiaal, maar zoiets komt in het woordenboek van Anders niet voor. Hij is juist gevoelig voor de vele mogelijkheden van materialen. Er staat bij hem geen rem op mogelijke toepassingen. Een rondgang door zijn tuin en huis leert dat hij voortdurend gespitst is op verrassende combinaties in zijn kunst: steen en metaal, steen en verf, hout en riet, in beschilderde panelen verwerkte keien, oud roest en takken, klei… Alles ademt onderzoek en experiment.
‘Een kunstenaar is altijd bezig om zichzelf te verrassen’, zegt Anders. ‘Ik ben altijd op zoek, probeer van alles uit, loop voortdurend te rotzooien met allerlei materialen. Alles is bruikbaar.’ Zijn atelier getuigt daarvan.
Op vijf ezels werkt hij aan vijf verschillende schilderijen tegelijk, op verschillende tafels liggen schetsen, gereedschappen en allerlei troepjes die erop wachten ergens in verwerkt te worden. Een schuurmachine gebruikt hij om te tekenen. Eerst schildert hij een paneel wit en dan zet hij daar een laag zwart overheen. ‘Daar schuur ik dan figuren in. Waarom niet? Het kan en dus doe ik het.’ Op de grond ligt ook van alles, je kunt je in het atelier alleen maar knieheffend voortbewegen. Een typische kunstenaarsomgeving.
Maar een verdieping lager ziet het er heel anders uit. Het is er opgeruimd, nagenoeg stofvrij, er zijn twee ergonomische werkplekken ingericht, met elk twee grote, gekoppelde computerschermen. Geen atelier, eerder een studio. Hier wordt gewerkt aan een heel ander soort kunst.
Nieuw totaalbeeld
Hij werkt vanuit huis aan een omvangrijk en divers kunstenaarsoeuvre. Ruim twee jaar geleden ontdekte hij een voor hem geheel nieuwe kunstrichting.
‘Met behulp van digitale technieken breng ik nu alles samen wat ik ooit gedaan heb. Tekenwerk, aquarellen, olieverven, sculpturen, keramiek… Ik kan ze nu op het scherm eindeloos combineren tot een nieuw totaalbeeld. Het zijn voor mij nieuwe toepassingen op het vertrouwde terrein van creatieve programmatuur. Voor het eerst word ik als kunstenaar nu eens niet gehinderd door de techniek en ook niet door de beperkingen die alledaagse materialen als verf en klei nu eenmaal hebben.’
Binnen dit nieuwe werkgebied volgt hij samen met zijn partner Monique van Laake een apart spoor. Zij fotografeert en hij gebruikt haar foto’s – meestal details daarvan – en combineert die met eigen werk.
‘Mo kijkt altijd goed om zich heen. Als ze iets ziet dat de moeite waard is – een diertje, een gevlekte oude muur, een blad dat tegen een natte ruit gewaaid is – dan maakt ze daar een foto van. Ze kijkt daarbij als het ware ook met mijn ogen, zo van: misschien kan Teun hier iets mee. En ze struint ook vaak rond in mijn atelier en maakt dan foto’s van mijn werk.’
Het heeft geleid tot vele tientallen werken met een geheel eigen signatuur. Reden voor beiden om zich hiermee te profileren als het kunstenaarsduo MOET. De werken zijn vooral zo herkenbaar, doordat Anders de foto’s van Mo plaatst binnen door hem getekende silhouetsjablonen van gezichten. Portretten, maskers, het menselijk gelaat, het zijn motieven die door de jaren heen een belangrijke rol spelen in zijn werk. ‘Het menselijk gezicht heeft mij mijn hele leven gefascineerd. Alle emoties zijn te herleiden tot dat vlak van 24 bij 18 cm.’
Mooie plekjes
Anders laat op zijn schermen zien hoe het werk van MOET tot stand komt. Een kwestie van het samenvoegen van twee eenheden: het ‘voorgeprogrammeerde’ silhouet en de foto. Maar dat klinkt eenvoudiger dan het is. De kunst zit ’m in het vinden van de ‘mooie plekjes’.
‘In de kunst gaat het altijd om mooie plekjes. Alle schilders, van Willem de Kooning tot Giorgio Morandi, hebben ze in hun werk. En ik zoek er ook al mijn hele leven naar. Het is een van de belangrijkste maar ook frustrerendste aspecten van het kunstenaarsbestaan. Als het gelukt is om een mooi plekje te schilderen, wil je dat natuurlijk bewaren. Het is een ramp als je op dat moment nog een heel stuk van dat schilderij moet afmaken. Dan blijf je bij dat plekje uit de buurt, je werkt trager en trager, je gaat als het ware om jezelf heen schilderen, alles om dat plekje maar niet te verpesten. En dat gaat vroeg of laat geheid mis. Dan denk je op zeker moment “kolere” en schilder je met een grote kwast over alles heen en begint het hele proces weer van voren af aan. Maar dat “plekjesconcept” is wel precies waar het in het werk van MOET om draait.’
Anders zoekt het mooie plekje in de foto’s van Mo. Dat kan een kleurencombinatie zijn, de onscherpte van het beeld, noem maar op.
‘Een fascinerend proces is dat. Ik importeer de foto, plaats hem bij mijn silhouet en ga dan schuiven, vergroten, verkleinen, roteren. En dan opeens krijgt een fotofragment betekenis door het silhouet eromheen. Dat is dan de vondst. Het is helemaal apart als ik aan de slag ben met foto’s van mijn eigen werk. Door het in een andere context te plaatsen, krijgt het nog een extra betekenislaag: mijn werk blijkt dan mooie plekjes te hebben waar ik ze eerst niet gezien had. Dus als je zou willen karakteriseren waar ik nu mee bezig ben: ik maak kunst met de gereedschappen van de ontwerper die ik vroeger was. De pixel is nu mijn palet. De vrijheid die ik daarmee heb, is maximaal. Het levert mij meer verrassingen op dan bv. schilderen.’
Dirk van Ginkel